Inleiding:
Met name de laatste tijd is er veel te doen over juist deze groep van zoonosen. Sars, en vogelgriep zijn
zeer gevreesde voorbeelden van virale zoonosen, maar virale zoonosen zijn al heel lang bekend en gevreesd.
Een zeer en al lang bekende virale zoonose is het rabies virus, de veroorzaker van hondsdolheid.
Op deze pagina zullen een aantal bekende virale zoonosen besproken worden. Daarnaast wordt even besproken wat nu eigenlijk een virus is
en waarom de virussen een gevaar voor de mensheid kunnen gaan vormen.
Hondsdolheid:
De meest bekende virale zoonose is de hondsdolheid.
Hondsdolheid wordt veroorzaakt door een virus, van de familie rhabdovirus. Hondsdolheid is ook
wel bekend onder de namen rabies en Lyssa.
Hondsdolheid is al bekend vanuit de middeleeuwen, waar de ziekte een fataal en zeer ernstig ziekteverloop kende.
De patient kreeg krampen en schokken, kan niet meer drinken en brak uiteindelijk in razernij uit waarbij de
geinfecteerde weer anderen beet die op hun beurt ook weer ziek werden. Is hier de legende van de weewolven door ontstaan?
Pas in 1885 wordt er voor het eerst een vaccin/geneesmiddel beschreven tegen hondsdolheid.
De onderzoeker Louis Pasteur houdt zich dan bezig met het verzwakken van het virus om het als vaccin te
kunnen gaan gebruiken, maar in 1885 komt er een doorbraak als Joseph Meisner, een negenjarig jongetje gebeten door hondsdolle honden, naar hem toe komt.
Pasteur vaccineert hem en hij herstelt zonder de ziekte te krijgen.
Tegenwoordig is hondsdolheid goed te genezen mits men er tijdig bij is.
De besmetting wordt opgelopen na een beet of krabwond van een besmet dier. Ondanks de benaming kan dit
een groot aantal zoogdieren zijn, zoals honden, vossen, wolven, katten, wasberen en ook vleermuizen
behoren tot de overbrengers.
Na de beet zal het virus de hersenen aantasten. De incubatietijd is afhankelijk van de plaats van de
beet maar duurt minstens 2 weken.
Het virus verplaats zich via de zenuwbanen naar het centrale zenuwstelsel.
De symptomen beginnen vaak met lichte koorts,malaise, hoofdpijn en verminderde eetlust, zere keel en misselijkheid, gevolgd door
prikkelbaarheid, verhoogde spierspanning, overgevoeligheid voor fel licht en harde geluiden.
Ook heeft men een jeukend, tintelend of koud gevoel bij de plek van de beet.
In de beginfase kan met immunoglobulinen en rabiësvaccin de ziekte alsnog bestreden worden maar
als men te lang wacht ontstaan er ernstige verlammingsverschijnselen, krampen die uiteindelijk een fataal verloop heeft.
Gevreesd zijn met name de krampen van de slikspieren na het zien en/of drinken van water.
In Nederland is al tientallen jaren geen geval van menselijke hondsdolheid geconstateerd, maar werelwijd
vergt hondsdolheid nog 40.000-70.000 doden per jaar, voor 80% in Azië (onder andere India) en Afrika.
Ca 10 miljoen mensen worden per jaar wereldwijd na een beet profylactisch behandeld.
Mensen kunnen zich preventief vooraf laten inenten tegen rabies
In 1996 werd voor het eerst bij een Britse vleermuis het vleermuizen-hondsdolheidvirus gevonden en in 2002
overleed een vleermuisenthousiast aan hondsdolheid na een beet, het eerste britse inheemse geval van hondsdolheid sinds bijna een eeuw.
|
CZ-verzekeringen over rabies Vleermuizen en rabies. Foto's van rabies CDC : Vleermuizen en rabies BBC: Rabies Pasteur: rabies Database Rabies. Diverse rabies links |
|
Veel informatie over SARS In welke gebieden is SARS waargenomen. Factsheet SARS van het CDC SARS pagina van de WHO Website van VWS over SARS Meer over coronavirussen |
.