• Waar vind ik meer
  • Links


















  • Ziek door dieren

    Parasitaire zoonosen

    Inleiding:
    Parasieten zijn organismen die leven ten koste van het lichaam van een gastheer. We kennen parasieten die zich in het lichaam bevinden (endoparasieten), zoals wormen en eencelligen (protozoën) en parasieten die aan de buitenkant van het lichaam leven (ectoparasieten), zoals vlooien en teken.
    Een aantal parasieten die bij dieren voorkomen vormen ook een gevaar voor de mens, de parasitaire zoönosen.
    Hieronder vind je een beschrijving van de meest bekende parasitaire zoönosen, waarbij een verschil gemaakt is naar de plek waar de parasieten in het lichaam voorkomen.

    Endoparasieten
    Voorbeelden van deze groep parasieten zijn de spoel- en haakwormen die bij honden en katten kunnen voorkomen en waarvan de Echinococcus (een voor de mens gevaarlijke lintworm die bij de hond en vos voorkomt) ook voor de mens een gevaar kan opleveren.
    Recent is er veel te doen over de vossenlintworm (Echinococus multilocularis). Deze lintworm komt bij vossen voor en incidenteel ook bij honden en katten.
    De vossenlintworm is een kleine lintworm (2 tot 6 mm groot), die voorkomt in de dunne darm van de vos.
    In de ontlasting van een besmette vos komen stukjes lintworm met eitjes erin of vrije eitjes voor, die door kleine knaagdieren worden opgenomen.
    Deze kleine knaagdieren zijn de tussengastheren van de parasiet.
    Ook de mens kan zich incidenteel met de eieren van de lintworm besmetten.
    Uit de eitjes ontwikkelt zich een blaaswormstadium, dat in de inwendige organen en met name in de lever kan uitgroeien.
    Vossen infecteren zich weer door besmette knaagdieren op te eten en in de vossendarm ontwikkelt zich uit de blaasworm een groot aantal volwassen lintwormen.
    Zo is de levenscyclus van de parasiet weer gesloten.
    De mens kan besmet raken door bijvoorbeeld het eten van bramen of bosvruchten waarop eitjes liggen.
    Bij de mens ontwikkelt zich net zoals bij geïnfecteerde knaagdieren een blaasworm.
    Meestal bevindt deze blaasworm zich in de lever, maar soms ook elders in het lichaam, die maar blijft doorgroeien in het aangetaste orgaan.
    Deze ernstige ziekte, die zelfs tot de dood kan leiden, heet bij de mens ook wel alveolaire echinococcose.
    In 1997 werd onderzoek gedaan naar het mogelijke voorkomen van deze lintworm bij vossen in ons land.
    Dat onderzoek vond plaats in de grensgebieden met Duitsland en Belgie. Daarbij werden 2 gebieden gevonden, waar de lintworm bij vossen voorkomt: Groningen en Zuid-Limburg.
    Nader onderzoek zal nog uitsluitsel moeten geven over de vraag of de lintworm ook in andere delen van ons land bij vossen voorkomt.
    Een andere lintworm is de Echinococcus granulosis, die in de darmen van de honden, schapen en varkens kan voorkomen. De honden raken besmet door het eten van slachtafval van schapen of geiten, die de tussengastheer zijn van deze lintworm.
    De mensen raken besmet door besmette grond, of door contact met de ontlasting van een besmette hond.
    De eitjes komen uit en de larven trekken door het lichaam en komen meestal in de lever terecht. Daar vormen ze een grote cyste (= holte), die de tussenvorm van de lintworm is. Door de beschadiging van de lever kan men klachten krijgen, de cyste moet dan voorzichtig operatief verwijderd worden.
    In sommige gevallen kunnen de larven ook in een oog terecht komen en blindheid veroorzaken.
    Verder is aangetoond dat contact met spoelwormlaven de allergische symptomen van kinderen met astma kan versterken.

    Berucht is ook de zg. haringworm die voorkomt in zeevissen zoals kabeljauw, makreel en met name haring.
    Wanneer de mens de larven via het voedsel binnenkrijgt, ontstaat een darmontsteking met hevige buikkrampen.
    Ook kan de worm de darmwand doorboren en zich nestelen in het spierweefsel. Het kan aanleiding zijn tot ernstige buikpijnen en zelfs ophoesten van de nematode.
    In ernstige gevallen is chirurgisch ingrijpen noodzakelijk. In minder ernstige gevallen verdwijnt de parasiet vanzelf via de ontlasting of wordt gedood door het afweersysteem van het lichaam.
    Sinds 1968 zijn de Nederlandse haringvissers verplicht de haring een etmaal bij -20C te bewaren of gedurende een bepaalde tijd in een zure marinade gelegd te zijn.
    Hierdoor wordt anisakiasis (haringwormziekte) in Nederland vrijwel niet meer aangetroffen, maar in landen waar veel rauwe vis wordt gegeten, komt anisakiasis nog geregeld voor (zoals Japan).
    De langst bekende parasitaire zoönosen is de trichinose die wordt veroorzaakt door de parasiet Trichinella spiralis.
    Deze parasiet kwam gedurende vele eeuwen in grote delen van de wereld bij een groot aantal mensen en dieren voor.
    Pas toen aan het einde van de vorige eeuw de cyclus bekend werd konden preventieve maatregelen worden ontwikkeld, waardoor de ziekte in het overgrote deel van de Westerse wereld sterk is teruggedrongen.
    De larven van Trichinella spiralis kunnen voorkomen in rauw of onvoldoende verhit varkensvlees. Ook vlees van andere dieren, zoals wilde zwijnen en beren, kan een infectie veroorzaken.
    In het spijsverteringskanaal van de mens ontwikkelen de larven zich tot volwassen trichinen. Uit deze trichinen ontstaan nieuwe larven die zich in de spieren inkapselen, waardoor ernstige stoornissen kunnen ontstaan.
    Ter preventie van trichinose bij de mens wordt varkensvlees gekeurd en besmet vlees mag niet voor comsumptie worden aangeboden.
    Hierdoor komt trichinellosis in Nederland vrijwel niet meer voor.

    Informatie over de vossenlintworm
    Informatie folder vossenlintworm
    Informatiefolder keuringsdienst van waren
    Waarschuwing
    Onderzoek naar vossenlintworm
    Vossenlintworm op de Veluwe
    Waarschuwing Vwa
    Informatie over de hondenlintworm
    Echinokokkose
    De hondenlintworm
    Duitse informatie site
    Informatie over de haringworm
    Rondwormen
    Roundworms
    Informatie over trichinen
    infectie ziekten info
    Trichinose
    Trichinosis
    Worminfecties bij de mens


    Protozoa:
    Protozoa zijn ééncellige organismen die – net zoals bacteriën – beweeglijk zijn, maar zich op een andere manier voortplanten en andere morfologische kenmerken hebben.
    Van de protozoën vormen vooral Toxoplasma- (kat), Giardia-infecties (ontlasting hond, kat) en Cryptosporidium (landbouwhuisdieren) een risico voor de mens.
    0ocysten van Cryptosporidium Cryptosporidium parvum en Giardia duodenalis zijn beide parasitaire protozoa die een maagdarminfectie kunnen veroorzaken bij de mens.
    Zowel gezonde mensen als mensen met een gestoorde afweer (bijv. HIV-postieve mensen) zijn vatbaar voor deze parasieten, waarbij met name deze laatste groep een ernstiger ziekteverloop kent en de ziekte zelfs door uitdroging ten gevolge van heftige diarree fataal kan verlopen.
    In het Verenigd Koninkrijk is ongeveer eenderde van het melkvee geïnfecteerd.
    Cryptosporidium parvum vormt in het darmkanaal van een geïnfecteerd dier oöcysten (ingekapselde, bevruchte eicellen) die met de uitwerpselen (feces) worden uitgescheiden en zo in de natuur terechtkomen. Via besmet drinkwater of besmette voedingsmiddelen kan de mens worden geïnfecteerd met de oöcysten. Uit de oöcysten ontstaan in de dunne darm nieuwe protozoën die zich in de epitheelcellen van de darmwand nestelen. De oöcysten van Cryptosporidium parvum zijn bestand tegen de desinfectiemiddelen, zoals chloor, die bij de waterzuivering worden gebruikt.

    Met name in de VS en in Engeland zijn meldingen gemaakt van maag-darminfecties veroorzaakt door deze parasieten.
    In 1993 werden ruim 400.000 mensen in Milwaukee ziek door het drinken van besmet drinkwater, waarbij uiteindelijk 5000 mensen in het ziekenhuis moesten worden opgenomen en voor meer dan 100 mensen de besmetting zelfs fataal werd.
    Giardia duodenalis komt voor bij (water)knaagdieren, maar of deze stammen infectieus zijn voor de mens is onbekend.
    Giardia lamblia In Nederland zijn deze parasieten nog niet vaak aangetroffen, maar dit kan ook worden veroorzaakt omdat de detectie methoden voor het aantonen van (oo)cysten erg ongevoelig zijn.
    Giardia duodenalis is in de VS de meest frequent geïdentificeerde pathogeen die betrokken is bij explosies via drinkwater.
    Een andere Giardia is de Giardia lamblia (= Lambila intestinalis), welk voorkomt voor in het darmkanaal van allerlei dieren.
    De cysten worden aangetroffen in het oppervlaktewater en in het drinkwater van landen waar de sanitaire omstandigheden minder gunstig zijn. Ze zijn echter ook enige malen in de Verenigde Staten en in Groot-Brittannië in het drinkwater gevonden.
    De cysten zijn bestand tegen het chloreren van drinkwater, maar niet tegen verhitting.
    De symptomen van een giardiasis (= lambliasis) zijn buikkrampen, vermoeidheid, gewichtsverlies en een kwalijk riekende diarree die één tot twee maanden kan aanhouden. Door de aanwezigheid van de protozoën in de dunne darm kan de resorptie van vetten en van vetoplosbare vitamines verstoord worden, waardoor ondervoeding kan ontstaan.
    De besmetting wordt overgebracht via fecaal verontreinigd water en voedsel, onder andere salades, fruit en ijs.


    Toxoplasma wordt veroorzaak door de Toxoplasma gondii, die bij de mens geregeld voorkomt (in West-Europa is 50-60% van de volwassen bevolking geinfecteerd of geinfecteerd geweest), maar er ontstaat slechts zelden een emstige ziekte.
    Cyclus toxoplasma Meestal heeft de ziekte een licht verloop, namelijk een griepachtig gevoel, temperatuurverhoging en een geringe zwelling van de lymfeklieren.
    Bij zwangere vrouwen kan toxoplasmose leiden tot hersenontsteking of een waterhoofd bij het kind of tot een abortus.
    De kat is de eindgastheer van Toxoplasma gondii; varkens, schapen, runderen, maar ook de mens fungeren als tussengastheer.
    In het darmkanaal van (hoofdzakelijk) jonge katten die geïnfecteerd zijn, worden oöcysten (ingekapselde, bevruchte eicellen) gevormd die met de feces worden uitgescheiden. In de natuur, vooral op vochtige plekken, kunnen de oöcysten lange tijd in leven blijven.
    In het darmkanaal van een tussengastheer ontstaan uit de oöcysten nieuwe protozoën die zich via de bloedbaan over het hele lichaam verspreiden. In de ogen en in de hersenen kan de infectie, vooral bij een embryo, blijvende schade aanrichten. In andere organen of weefsels kapselen de protozoën zich in tot een weefselcyste.
    De mens wordt doorgaans geïnfecteerd door het consumeren van vlees dat weefselcysten bevat en dat niet voldoende verhit is.
    Per jaar sterven in Nederland enkele mensen aan de gevolgen van toxoplasmose, het aantal ziektegevallen bedraagt enige honderden.

    Informatie over toxoplasmose
    Toxoplasmose
    GGD gezondheidsinformatie-Toxoplasmose
    Laboklin-toxoplasmose
    Infectieziekten info
    Informatie over de cryptosporidium
    Cryptosporidium parvum
    Fact-sheet
    Parasitology Research
    Institute of Food Science & Technology
    Informatie over giardia
    Giardia
    Fact sheet
    Giardia
    Giardia en cryptosporodium in zwembaden


    Ectoparasieten
    Ectoparasieten bevinden zich aan de buitenkant van het lichaam. Voorbeelden van deze parasieten zijn vlooien en luisvliegen, alsmede spinachtigen zoals teken en mijten.
    Ziektes die ectoparasieten kunnen veroorzaken zijn de vachtmijt bij hond, kat en konijn, de bloedluis bij vogels, de oorschurft van de kat en de echte hondenschurft.
    Behalve dat ze overlast kunnen veroorzaken komt het ook voor dat deze ectoparasieten allerlei ziektes op de mens kunnen overdragen.
    Teken zijn gevreesde ectoparasieten. Ze veroorzaken niet alleen veel last, maar zijn ook vaak drager van soms dodelijke ziektes, waarvan de Lyme-disease natuurlijk het bekendste voorbeeld is.
    Huidmijten zijn kleine ectoparasieten die niet met het blote oog zichtbaar zijn. Ze leven op of in de huid en graven gangen waardoor ze jeuk en huidbeschadigingen veroorzaken.
    Ook treden er vaak allerlei infecties op. De mijten leggen eitjes in en op de huid,wat gelijk dus ook de wijze is waarop besmettingen van dier op dier maar ook dier op mens plaats vindt.
    Bij mensen ontwikkelen zich dan vaak rode jeukende vlekken op de huid.
    deze mijten zich niet voortplanten bij de mens en sterven dan ook vanzelf.
    Bij honden is de schurftmijt gevreesd, en een voorbeeld van een echte zoonose.
    De vachtmijt is een semi-zoönose, die bij de mens met name jeuk veroorzaakt.

    Algemene informatie over parasitaire zoonosen
    General information about protozoa
    More general information
    Algemene parasitology
    Foto's parasieten
    Parasieten bij honden.
    Informatie over ectoparasieten
    Ectoparasieten
    Huidmijten
    Vachtmijten